§12.4 (v)echtscheidingen

Steeds meer jongeren wonen niet meer met hun beide ouders in een huis. In 1997 woonden 436.000 jongeren onder de 17 jaar niet meer met hun twee ouders in een huis, in 2015 waren dit 609.000 jongeren. Dat zijn dus bijna 200.000 jongeren meer dan in 1997. Dit betekent niet altijd dat deze kinderen ook een scheiding meemaken. Soms wonen de ouders al vanaf de geboorte niet bij elkaar.

Zoals je in de grafiek hieronder kunt zien, gingen ouders die niet getrouwd zijn in 2017 vaker uit elkaar dan ouders die wel getrouwd zijn. Bij beide ouders stijgt de kans op scheiden in de eerste jaren na de geboorte van een kind. Maar er is een verschil naarmate kinderen ouder worden. Bij ouders die getrouwd zijn neemt de kans dat ze gaan scheiden af, naarmate de kinderen ouder worden. Bij ongehuwde ouders is dat niet zo, daar blijft de kans – na de stijging aan het begin van het leven van kinderen –  ongeveer stabiel. 

CBS, 2018

Er is sprake van een scheiding als ouders die eerst samen waren, uit elkaar gaan. Maar wanneer is iets dan een vechtscheiding? Volgens de Kinderombudsman, die opkomt voor rechten van kinderen, is dat het geval als het een scheiding is waar ouders zoveel conflicten hebben dat ze het belang van hun (ex-)partner en/of kinderen vergeten. Er wordt geschat dat 3.500 kinderen per jaar een vechtscheiding meemaken.

Zoals je in §12.4 hebt kunnen lezen, heeft politicus Rouvoet een rapport geschreven over vechtscheidingen. Een advies daaruit is dat in iedere gemeente een scheidingsloket moet komen waar ouders terecht kunnen. In Zoetermeer is er al eentje, genaamd het Scheidingspunt. Het rapport dat gepubliceerd is, genaamd ‘Scheiden… en de kinderen dan?’, kun je hier vinden. Een ander advies dat gegeven wordt, betreft een steunfiguur voor kinderen: ‘Stel zeker dat waar stellen hulp zoeken dan wel op andere wijze in beeld komen bij (overheids-)instanties of hulpverlening altijd gevraagd wordt of er kinderen in het spel zijn, zodat gezocht kan worden naar wegen om voor het kind een steunfiguur te organiseren, die ook bij een eventuele scheiding aanspreekpunt voor en spreekbuis namens het kind kan zijn.’ (Scheiden… en de kinderen dan?, 2018).

Het rapport van André Rouvoet werd ook overhandigd aan de Tweede Kamer. Hierin zie je dus dat het onderwerp de Tweede Kamer bereikt en de overheid zich ook actiever wil bemoeien met wat er in gezinnen gebeurt.

terug naar hoofdstuk 12naar hoofdstuk 13