§15.2 Boycot, embargo en de VN-VR

Een embargo is het officieel verbieden van handel met een land. En een boycot is iets breder, namelijk het verbreken van de banden en contacten met een staat (of bedrijf of persoon). Een boycot is dus een soort straf: een staat wordt geïsoleerd en het idee is om de leiders van die staat tot ander gedrag te bewegen. Een voorbeeld is de oproep tot een boycot van de Olympische Spelen in Bejing omdat de Chinese overheid de mensenrechten schendt. Dat leverde deze protestsong van Nederlandse cabaretiers op.

Een van de manieren om een land te isoleren is door de telegraaf-, telefoon- en internetverbindingen te verbreken. Dat kan natuurlijk alleen bij een klein land. Want grote landen hebben vaak zoveel verbindingen dat ze wel weer een oplossing verzinnen.


Het voordeel van een embargo of boycot is dat het een duidelijk signaal geeft aan de ander dat bepaald gedrag onwenselijk is. Zonder meteen in een oorlog te geraken.

Maar het nadeel is dat als een embargo of boycot langer duurt, een actor (staat) steeds slimmer wordt om dit te omzeilen of andere oplossingen bedenkt, bijvoorbeeld door technische uitvindingen (rationalisering) of andere verbindingen over grote afstanden (globalisering).

Ook de VN kan een embargo voor bepaalde producten instellen, bijvoorbeeld een wapenembargo. Als de VN-Veiligheidsraad een wapenembargo instelt tegen een land, mogen de lidstaten geen wapens exporteren naar dat land.

De VN kan ook andere maatregelen nemen, zoals veroordeling van een land, oproep tot beëindiging van geweld of een oproep van lidstaten om een land te verdedigen zoals bij Zuid-Korea in de Koreaanse Oorlog.


terug naar hoofdstuk 15naar spelvarianten van gedragstheorieën landen (§15.3)