§13.3 Soevereiniteitsdilemma

Het soevereiniteitsdilemma ben je misschien al eens tegengekomen bij het vak maatschappijleer. Dit dilemma gaat over de vraag of actoren wel of niet willen samenwerken. Samenwerken levert voordelen op, maar niet samenwerken en daarmee zelfstandig blijven ook. Wanneer landen nadenken over zo’n eventuele samenwerking heet dit dilemma het soevereiniteitsdilemma. Dat gaat over de vraag in hoeverre landen bereid zijn om een deel van hun macht, van hun soevereiniteit, over te dragen aan een overkoepelend gezag. Op welk niveau moeten wetten, instituties en instellingen vastgesteld worden? Is het voor het maatschappelijk geluk beter dit zelfstandig of gezamenlijk te doen?

Bij dit dilemma horen drie keuzes: supranationalisme, samenwerking en autonomie. Voorstanders van supranationalisme willen bijvoorbeeld dat landen binnen de Europese Unie zoveel mogelijk samenwerken om problemen te bestrijden, want zonder samenwerking is dat veel minder effectief. Landen moeten dan ook zo veel mogelijk van hun eigen macht overdragen aan een overkoepelende Europese instelling die beslissingen neemt namens de deelnemende landen.

Tegenover supranationalisme staat autonomie, zelfbestuur. Voorstanders van autonomie vinden dat eigen geschiedenis en cultuur van een land verloren gaan als er Europees wordt samengewerkt. Een land moet zoveel mogelijk haar eigen wetten, instituties en instellingen kunnen bepalen, want zo blijft het bestuur dicht bij de bevolking. Europese besluiten staan te ver weg van burgers en zijn alleen maar verlies van soevereiniteit voor ieder land.

Tussen deze twee keuzes in staat samenwerking. Voorstanders hiervan vinden het belangrijk om maatschappelijke problemen gezamenlijk aan te pakken, maar willen ook dat landen een deel van hun macht behouden. Bij die maatschappelijke problemen stemmen de actoren hun handelen op elkaar af om een gezamenlijk doel te bereiken. Redenen voor samenwerken kunnen erg verschillend zijn. Voor de een is meer welvaart een reden tot samenwerking en voor anderen speelt juist meer cohesie (veiligheid) een rol.

Als je naar de EU kijkt, vind jij dan dat er meer supranationalisme, samenwerking of autonomie moet zijn? En waarom?

terug naar hoofdstuk 13naar glokalisering (§13.3)