§7.3 Het Thomas-theorema

William Isaac Thomas was een Amerikaanse socioloog. Hij studeerde in Tennessee en werd professor in Engelse en moderne talen. Later werd hij ook nog leraar sociologie en antropologie. Hij is bekend geworden met zijn idee over het definiëren van een situatie, ook wel het Thomas-theorema.

Dit houdt in dat hoe je je gedraagt, bepaald wordt door hoe je een situatie ziet. Met de zin ‘If mean define situations as real, they are real in their consequences‘, is het theorema en daarmee Thomas zelf beroemd geworden. We interpreteren een situatie op onze eigen manier, niet objectief dus. Deze subjectieve perceptie leidt tot ons gedrag.

Een mogelijk gevolg van wat Thomas stelt, is de selffulfilling prophecy. Dit houdt in dat wanneer je iets voorspelt, je hiernaar gaat handelen, waardoor het ook echt uitkomt. Wanneer bijvoorbeeld voorspeld wordt dat de waarde van een bedrijf op de beurs gaat stijgen, komt er meer vraag naar aandelen van het bedrijf en daardoor stijgt de waarde van het bedrijf dus inderdaad.

Het Thomas-theorema kun je goed herkennen in het alledaagse leven. Wanneer je inschat dat iemand jou totaal niet aardig vindt, zul je je op een manier gedragen die de relatie tussen jullie waarschijnlijk niet ten goede zal komen. Dit gebeurt los van of diegene jou ook echt niet aardig vindt. Wat hierbij bepalend is, is wat jij inschat en niet wat de echte situatie is. Tegen een vriend doe je heel anders dan tegen iemand die jou bij voorbaat al niet mag en dat heeft dus gevolgen voor wat er daarna gebeurt.

terug naar hoofdstuk 7naar Hobbes en de Leviathan (§7.3)