§ 4.1 Belgische Opstand
Waarom werd de samenvoeging geen succes?
Het leek zo veelbelovend, een sterke staat in het Noorden onder leiding van een ambitieuze koning die voortvarend allerlei economische en politieke zaken oppakte om van de Nederlanden een welvarende, verlichte eenheidsstaat te maken. Zo gaf de ’Koning-Koopman’ opdracht tot de aanleg van allerlei waterwegen, zoals de kanalisatie van de Samber en het graven van kanalen tussen Brussel en Charleroi en van de Maas naar de Moezel. Antwerpen en Amsterdam zouden een duo-motorblok kunne vormen om de Nederlanden op te stuwen in de vaart der volkeren… En deelden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden niet een lange geschiedenis met elkaar? Toch waren er ook veel zaken die frictie veroorzaakten, zoals godsdienstige verschillen en de economische positie van Vlaanderen. De uitvoering van een romantische opera op 25 augustus 1830 in Brussel, nota bene ter ere van de 59e verjaardag van de koning zette een radicale ommekeer in beweging. De koning bezat niet genoeg krediet, noch bij de Grote Mogendheden, noch bij de ‘gewone man’…
Waarom gaf de halsstarrig koning zijn verzet tegen de erkenning van de Belgische onafhankelijkheid op?
Mede door de militaire dreiging van Frankrijk accepteerde Willem I in 1839 de onafhankelijkheid van België in het Verdrag van Londen. Ondanks behaalde Nederlandse militaire successen (Tiendaagse veldtocht) krijgt Willem I geen internationale steun om de uitgeroepen Belgische onafhankelijkheid ongedaan te maken. Lange tijd blijven er geschillen bestaan, bijvoorbeeld over de Belgische aanspraak op Zeeuw Vlaanderen (Strategisch belangrijk gelegen vanwege Antwerpen!), Limburg en Luxemburg.
“Iedereen hoopt op een spoedige afronding, maar er rijzen allerlei moeilijkheden, bijvoorbeeld over het eventuele lidmaatschap van Limburg van de Duitse Bond, tolheffing op de Schelde, de regeling van het loodswezen op de Schelde, de regeling van het verkeer via Limburg naar Duitsland. Begin maart 1838, zonder dat iemand erop voorbereid is, komt het bericht dat Willem I, mede onder druk van A.R. Falck, de realistische ambassadeur te Londen, zijn koppigheid opgeeft. Hij is bereid de 24 Artikelen te accepteren. Na overleg stellen de vijf grote mogendheden op 6 december 1838 de definitieve tekst vast van het verdrag dat Nederland en België moeten sluiten.”
Meer weten? Klik op deze link!
terug naar Hoofdstuk 4