§8.2 Discriminatie op de arbeidsmarkt
Discriminatie op de arbeidsmarkt is een veelbesproken onderwerp, zowel in de media als in binnen de sociale wetenschappen. Zo kopte de NOS in 2020 dat de helft van de werknemers in Nederland discriminatie ervaart, voornamelijk bij sollicitaties. Dat blijkt uit een onderzoek van Motivaction onder 2100 werknemers, werkgevers en werkzoekenden. Het merendeel gaf daarbij aan dat ze weleens gediscrimineerd zijn op basis van leeftijd en ruim een kwart op basis van afkomst.
In 2015 deden verschillende sociologen onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt op basis van etniciteit in Den Haag. In het rapport Op afkomst afgewezen tonen zij onder andere aan dat, met dezelfde kwaliteiten, Nederlanders zonder migratieachtergrond 34% kans hadden op succes bij sollicitatie, Hindoestaans-Nederlandse sollicitanten 24% en Marokkaans-Nederlandse sollicitanten 19% kans hadden op een succesvolle sollicitatie.
Socioloog Barbara van der Ent onderzocht in 2018 waarom Marokkaanse en Surinaams-Hindoestaanse Nederlanders minder kans hebben op een baan. Uit haar artikel blijkt dat discriminatie op de arbeidsmarkt voor beide groepen fundamenteel verschillend werkt. Zo zouden Marokkaanse Nederlanders voornamelijk last hebben van negatieve stereotyperingen en verwachtingen, terwijl er bij discriminatie van Surinaams-Hindoestaanse Nederlanders sprak is van ‘angst voor het onbekende’.
Kortom, uit onderzoek blijkt dat er (nog steeds) veel sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt. Om dit tegen te gaan, werkt het kabinet momenteel aan een meldplicht voor discriminerende verzoeken bij uitzendbureau’s. De meldplicht wordt onderdeel van het wetsvoorstel gelijke kansen bij werving en selectie.