§9.4 Het civilisatieproces
Het civilisatieproces houdt in dat mensen in de samenleving steeds meer aangespoord worden om zich ‘normaal’ te gedragen. Er komen meer gedragsregels. Mensen moeten leren zich te bedwingen en rekening te houden met anderen. Dit vraagt zelfbeheersing en zelfsturing, omdat er niet telkens dwang van buitenaf is.
Socioloog Norbert Elias onderzocht in de 20e eeuw hoe sociale standaarden in de geschiedenis zijn ontwikkeld. Hij vond dat deze heel sterk zijn veranderd over de Middeleeuwen en de Renaissance heen. De grenzen van wat mensen schaamtevol en pijnlijk vinden, zijn erg veranderd. Denk hierbij aan seks, eten, slapen en geweld. Vroeger was het volstrekt normaal om je neus te legen met je vingers, terwijl je aan tafel zat. Later deed met dat met de mouw van een hemd, waarop de zakdoek volgde. Verder plaste men in de Middeleeuwen op straat terwijl ze een praatje aan het maken waren. Allemaal dingen die we ons nu niet kunnen voorstellen.
Wat betreft slapen is er ook het een en ander veranderd. Vroeger sliepen volwassenen en kinderen, allen naakt, door elkaar. Zowel onbekenden als bekenden. Maar toen we meer gevoelig werden voor ons lichaam, vonden we dat niks meer en kregen we pyjama’s en eigen kamers.
De oorzaak van dit proces is dat er steeds meer netwerken tussen mensen zijn ontstaan, waardoor ze meer en meer afhankelijk van elkaar zijn geworden. Door deze afhankelijkheid zijn mensen steeds meer rekeningen met elkaar gaan houden. En daarnaast houden ze hun driften ook meer onder controle. Dit laatste heeft te maken met die zelfbeheersing en dingen die normaal zijn in een land.
terug naar hoofdstuk 9naar het College voor de Rechten van de Mens (§9.4)