§12.2 Manieren in een masculiene cultuur

In lesboek deel 1 las je in §3.3 over masculiene en feminiene samenlevingen. Masculien versus feminien is een van de cultuurdimensies van Hofstede. Een masculiene samenleving is harder dan een feminiene samenleving. Immigranten moeten zich sneller aanpassen aan de dominante cultuur en arme landen moeten zichzelf helpen, zo is de mening.

Nederland heeft een meer feminiene dan masculiene cultuur, we zijn zachter. Daarom zijn we gewend om op een domme vraag toch vriendelijk antwoord te geven. We zeggen zelfs: “domme vragen bestaan niet”. In een masculiene cultuur ligt dat anders, daar vindt men dat ieder zichzelf moet redden. Een domme vraag wordt gezien als beledigend. Zo was er ooit een spelshow in Frankrijk waar de speler door zijn zenuwen het antwoord op een hele simpele vraag niet meer wist. Hij mocht het publiek om hulp vragen, maar zij gaven hem vervolgens expres het verkeerde antwoord. Hierin zie je de harde, masculiene cultuur die iemand niet direct helpt als hij een domme vraag stelt, hulp nodig heeft.

Vanuit een feminiene cultuur lijkt dat raar en niet aardig. Wij zouden zeggen dat ‘het hoort’ om iemand gewoon te helpen, ook al is het inderdaad dom. Maar in de ogen van de masculiene cultuur is de feminiene manier een beetje gek. Zo zie je dus dat wat je normaal vindt, beïnvloed wordt door het soort cultuur waarin je leeft.

Hofstede ontwikkelde vijf dimensies, die besproken werden in §3.3. Kun jij ze nog bedenken? Een van de andere was de dimensie termijngerichtheid. Stel dat iemand in zo’n spelshow een grote geldprijs wint. Hoe zou diegene daarmee omgaan als hij in een cultuur leeft die gericht is op de korte termijn? En hoe verschilt dat van een cultuur met langetermijngerichtheid?

terug naar hoofdstuk 12naar hypothesen over de macht van de media (§12.3)