§13.6 Vroegtijdig SchoolVerlaters
Vroegtijdig schoolverlaters (vsv’ers) zijn jongeren die zonder startkwalificatie stoppen met school. Een startkwalificatie heb je als je een diploma hebt op havo, vwo, mbo 2 niveau of hoger. In 2002 waren er 71.000 vsv’ers, in 2016/2017 was dit nog maar een derde daarvan, namelijk zo’n 23.000. Het doel is dat er in 2021 nog maximaal 20.000 scholieren uitvallen. In de grafiek hieronder kun je zien in welk type onderwijs jongeren vroegtijdig hun school verlaten in 2016/17. Meer dan 75% van de vsv’ers valt uit in het mbo.
De Rijksoverheid werkt samen met scholen en gemeentes om het aantal jongeren dat zonder diploma stopt met school te verminderen. Vroegtijdig schoolverlaters hebben namelijk minder baankansen, zijn vaker verdachte bij misdrijven en ze hebben hogere zorgkosten. Jongens blijven vaker zitten en zijn vaker vroegtijdig schoolverlater dan meisjes. In 2014 had onder 18 tot 25-jarigen 10% van de mannen geen startkwalificatie, terwijl dit bij vrouwen maar 7% was.
Het aantal vsv’ers wordt op verschillende manieren geprobeerd te verlagen. Zo zijn er bijvoorbeeld stageplekken beschikbaar voor jongeren die uitvallen. Leerplichtambtenaren begeleiden jongeren tot 18 jaar, vanaf 18 tot en met 23 jaar is er het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Zij helpen jongeren die veel spijbelen of die van school gaan zonder diploma.
Per regio worden ook maatregelen genomen door gemeentes en scholen. Zo is er in de regio Utrecht besloten dat de uiterlijke aanmelddatum voor het mbo op 1 april is. Dit is eerder dan andere mbo’s in het land. Het besluit is genomen om jongeren te dwingen over hun vervolgopleiding na te denken als ze nog op de middelbare school zitten. Bij een latere aanmelddatum gaan jongeren er te vaak pas over nadenken nadat ze hun diploma vmbo hebben gehaald en dat leidt ertoe dat teveel jongeren uiteindelijk geen mbo-opleiding gaan doen. Jet Bussemaker, voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap drong erop aan de aanmelddatum van 1 april landelijk in te voeren voor het mbo.
Ook in Europa is aandacht voor het aantal vroegtijdig schoolverlaters. Hier wordt gestreefd naar maximaal 10% vsv’ers in 2020. De doelstelling van Nederland, maximaal 20.000 in 2021, is 8% en ligt dus lager dan die van de EU. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters in Nederland ligt al lange tijd onder dat van de EU. In de grafiek hieronder zie je het percentage vsv’ers voor verschillende landen in 2017. Ook kun je zien dat mannen over het algemeen vaker vsv’er zijn dan vrouwen. In Nederland is het verschil tussen mannen en vrouwen groter dan in andere landen in de Europese Unie.
terug naar hoofdstuk 13naar prachtwijken en krachtwijken (§13.6)