§2.5 Verschillende samenlevingsvormen

Er zijn allerlei verschillende manieren hoe mensen kunnen en mogen samenleven. Vraag maar eens rond in de klas. Sommige leerlingen wonen bij (een van hun) ouders, een ander wisselt op een vaste dag van de week van het huis van zijn vaders naar het huis van zijn moeder, of woont misschien bij zijn grootouders. De laatste decennia is echter de trend van individualisering sterk duidelijk geworden in de verandering van samenlevingsvormen. 

Zo is dit terug te vinden in het afnemende aantal huwelijken dat gesloten wordt. De opvattingen over relaties, trouwen en samenwonen veranderen over de jaren heen. Zo constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat twintigers en dertigers vaker kiezen voor een geregistreerd partnerschap of ongehuwd samenwonen dan voor het sluiten van een huwelijk.

Twintig jaar geleden werden er 85 duizend huwelijken gesloten per jaar, nu is dit rond de 65 duizend. Zo rond 2000 kwam het geregistreerd partnerschap op en dat won de laatste jaren flink aan populariteit. In 2017 werd het 11 duizend keer vaker gekozen dan in 2007, in totaal zo’n 18 duizend keer.

Vooral in de leeftijdsgroep 25-35 jaar daalt het aantal huwelijken. Ook in de leeftijd waarop mensen besluiten te trouwen is een verandering zichtbaar.  In 1997 trouwden vrouwen gemiddeld op hun 28e en mannen op hun 30e, in 2017 waren vrouwen gemiddeld 31,5 jaar en mannen 34 jaar.

In onderstaande grafiek van het CBS is te zien hoe de samenlevingsvormen over de jaren heen zijn veranderd. Over het algemeen zijn er meer alleenstaanden, minder getrouwden, meer samenwonenden en meer mensen met een partnerschap. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen.

De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen een eerste kind krijgen is ook gestegen. Was dit in 2000 nog gemiddeld 29,1 jaar, in 2016 was dit 29,7 jaar. Het krijgen van kinderen past traditioneel gezien alleen binnen het huwelijk, maar dit verandert. Steeds meer ouders van baby’s zijn niet getrouwd.

Het CBS vraagt zich bij de ontwikkelingen in Nederland af of we individualistischer worden. Het huwelijk wordt gezien als een traditionele institutie en deze worden steeds minder belangrijk. Kinderen hoorden vroeger bij trouwen, maar vandaag de dag is dat niet meer vanzelfsprekend. In het artikel is trouwens ook te lezen dat de term ‘individualistisch’ moeilijk te meten is. Sommige (net zoals hierboven) aangehaalde kenmerken, zoals meer echtscheidingen en minder huwelijken, is niet het enige en harde bewijs dat we individualistischer worden. Een ander artikel bepleit daarom juist dat we de laatste jaren juist minder individualistisch zijn geworden. 
Zoveel mensen, zoveel meningen. Met de komst van het democratiseringsproces, wil iedereen meepraten. Hoe gaat een wijk eruit zien? Wie bepaalt welke kleur je de kozijnen van je huis verft? In deze wijk in Almere, de regenboogwijk, komt duidelijk naar voren dat iedereen inspraak wil. In het filmpje worden al drie groepen genoemd die een mening hebben over hoe de regenboogbuurt eruit moet zien.


Terug naar hoofdstuk 2 Naar H2 debatvaardigheden