§4.1 Onderzoeksvragen, deelvragen en de opbouw van een onderzoek

Een onderzoek begint met een onderzoeksvraag. Een onderzoeksvraag is vaak niet eenvoudigweg met ja of nee te beantwoorden, maar gaat meestal over verschillende alternatieven, verklaringen of beschrijvingen. 

Er zijn veel verschillende soorten onderzoeksvragen maar we presenteren hier de twee

bekendste:

1) Beschrijvende vragen: bij dit soort onderzoek wil een onderzoeker meer weten over het

maatschappelijk vraagstuk. Hij doet onderzoek naar vragen die beginnen met ‘Wanneer…’ en ‘Hoeveel…’. Ook ‘hoe’ en ‘welke’ zijn bekende vragen voor beschrijvend onderzoek. Het beschrijven van een vraagstuk is een belangrijk beginpunt van veel onderzoeken.

2) Verklarende vragen: een onderzoeker wil bij dit soort onderzoek verbanden tussen variabelen verklaren. Vragen als ‘waarom’ en ‘waardoor’ horen hierbij en zo wordt er gezocht naar achtergronden en oorzaken. Oorzaak-gevolgrelaties zijn de wenselijke uitkomsten van zo’n onderzoek.

Nadat er een onderzoeksvraag – ook wel hoofdvraag genoemd – is geformuleerd, kunnen er verschillende deelvragen gemaakt worden. Belangrijk bij deelvragen is dat ze bijdragen aan de beantwoording van de hoofdvraag. Een deelvraag beantwoord dus een gedeelte van de hoofdvraag. 

Een deelvraag kan theoretisch van aard zijn of juist praktijkgericht. Als je een theoretische deelvraag hebt, dan ga je op zoek naar het antwoord door middel van literatuurstudie. Dat betekent dat je op zoek gaat naar het antwoord in bronnen op internet, in boeken of in artikels. 

Bij een praktijkgerichte deelvraag ga je zelf nieuwe kennis verzamelen. Methodes die daarvoor vaak gebruikt worden zijn interviews of enquêtes. 

Onderzoeksvraag/hoofdvraag:

Waarom eten mensen ongezond voedsel? (verklarende vraag)

Deelvragen:

  1. Wat wordt er verstaan onder ongezond voedsel? (theoretische vraag)
  2. Wat is er al bekend over het eten van ongezond voedsel? (theoretische vraag)
  3. Wat zijn verschillende redenen waarom mensen kiezen om ongezond voedsel te eten? (praktijkgerichte vraag)

Als je onderzoek hebt gedaan naar je deelvragen en je hebt genoeg informatie, dan kun je spreken van onderzoeksresultaten. Deze resultaten kun je gaan analyseren. Je kunt bijvoorbeeld verbanden gaan leggen of verklaringen geven met de resultaten die jij hebt verzameld. Als laatste stap in je onderzoek kun je conclusies gaan trekken. Een conclusie kan bijvoorbeeld zijn: ‘Mensen eten ongezond voedsel vanuit gemak en omdat ze er op een bepaalde manier behoefte aan hebben.’ Dit is dan het antwoord op je onderzoeksvraag. Vaak eindigt het onderzoek met een discussie en met aanbevelingen. In een discussie staan de mitsen en de maren van je onderzoek. Je had bijvoorbeeld te weinig tijd om meer mensen te interviewen. Dat kun je dan in de discussie opnemen. De aanbevelingen zijn bedoeld voor de praktijk. Bijvoorbeeld voor de opdrachtgever, in dit geval zou dat bijvoorbeeld een gezondheidsorganisatie kunnen zijn. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘om mensen minder ongezond voedsel te laten eten, moet het minder makkelijk gemaakt worden om ongezond voedsel in huis te halen.’
Meer info over onderzoek doen? Deze site legt het één en ander uit


Terug naar hoofdstuk 4 Naar §4.1 Jongeren & alcohol