§8.3 Schuldig en onschuldig
Heel af en toe komt het voor dat verdachten schuldig worden bevonden, maar uiteindelijk onschuldig te zijn. Deze gevallen hebben dan dus onschuldig een gevangenisstraf uitgezeten. Twee bekende voorbeelden zijn de zaak van Julio Poch en de Puttense Moordzaak waarvoor Wilco Viets en Herman Dubois onterecht in de gevangenis zaten.
Het eerste voorbeeld is de zaak Julio Poch. Dit is een Argentijns-Nederlandse transavia piloot, die werd gearresteerd omdat hij ervan verdacht werd tegenstanders van het Argentijnse regime uit vliegtuigen te hebben gegooid. Julio Poch zat ruim acht jaar gevangen, toen bleek dat er eigenlijk geen enkel bewijs tegen hem was. Hij werd uiteindelijk vrijgesproken en zat al die tijd dus onschuldig vast. Internationaal strafrecht deskundigen betwijfelen of de Nederlandse staat wel rechtmatig heeft gehandeld in deze zaak, maar een onderzoekscommissie concludeerde dat de Staat niets te verwijten viel.
Een ander voorbeeld is de Puttense moordzaak. Deze zaak staat bekend als de verkrachting en moord van de 23-jarige Christel Ambrosius op 9 januari 1994 in het huis van haar oma in Putten. In 1995 werden de Puttense zwagers Wilco Viets en Herman Dubois veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf vanwege dit misdrijf. In 2002 kwamen werden de twee verdachten vrijgesproken in een hoger beroep. De misdaadverslaggever Peter R. de Vries speelde een heel belangrijke rol bij het teweegbrengen van de vrijspraak. Uiteindelijk werd in 2008 de nieuwe verdachte, Ronald P, opgepakt en werd veroordeeld tot 18 jaar celstraf.