§9.4 Functionalisme-paradigma

Durkheim stelde (zie §9.4 in je boek) dat ook het gezinsverband invloed heeft op het zelfdodingspercentage. Gehuwden deden minder aan zelfdoding dan ongehuwden. Gelijksoortig bewijs hiervoor is terug te zien in onderzoek van het SCP in 2002;  gehuwden leven langer. Dit wijst op de invloed van verbondenheid en hechting. Andere conclusies over het huwelijk kun je hier lezen.

Bron: www.CBS.nl, ‘Gehuwden leven langer’, 2002. https://www.cbs.nl/-/media/imported/documents/2002/50/index1314.pdf (tevens bron van onderstaande afbeeldingen).

De theorie van het cohesieprobleem is bedacht door Emile Durkheim. Zoals je in §9.3 in je boek kon lezen, heeft hij een opmerkelijke samenhang geconstateerd tussen hechting en zelfdoding. Zo is er overeenkomstig met de theorie van Durkheim, geconstateerd dat er minder zelfmoord wordt gepleegd in tijden van oorlog. Dat komt omdat in tijden van oorlog, mensen een sterkere hechting / sociale cohesie voelen met de groep waarbij ze horen, waardoor ze minder snel zelfmoord plegen. Dat is opvallend, omdat je misschien zou denken dat de nare omstandigheden in een oorlog wellicht juist tot meer zelfmoorden zouden leiden. Meer weten over Durkheim en zijn theorie? Bekijk dit filmpje.


Zoals je in §9.4 kon lezen, kwam Parsons in 1937 met een kritische aanvulling op de theorie van Durkheim. Hij deed veel onderzoek en kwam met een veranderingstheorie van het systeem:

Om systemen te kunnen analyseren ontwierp hij het AGIL-schema. Het schema kan gebruikt worden om de functies van systemen uit te leggen.

  • Adaptation (aanpassing). Om controle te houden over het systeem, zal de economie zich telkens moeten aanpassen.
  • Goal attainment (doelrealisatie).  Het is belangrijk om prioriteiten te stellen om het collectieve doel te behalen, vaak via de politiek. Individuele doelstellingen zijn hieraan ondergeschikt.
  • Integration (integratie). De normen die gelden in de samenleving moeten bewaakt worden, zodat er meer solidariteitsgevoel is in de ‘community’.
  • Latency (patroonhandhaving). Binnen het gezin en op school is het belangrijk dat waardes doorgegeven worden aan kinderen. Dat leidt ertoe dat zij hun sociale rol gaan vervullen.

Dit schema begon hij te ontwikkelen in de jaren ’50 en in 1956 publiceerde hij het voor de eerste keer. In latere werken van hem is het vaak teruggekomen en heeft hij het ook nog verder uitgewerkt.