§2.4 Schijncorrelaties

  • In een onderzoek leek het eerst alsof inkomen invloed had op de mate van anti-moslimisme . Maar het bleek dat er een derde variabele is die beide bepaalt, namelijk opleiding. De hoogte van opleiding heeft invloed op zowel inkomen als de houding tegenover moslims. De relatie tussen inkomen en anti-moslimisme verdwijnt daardoor.
  • Een ander voorbeeld van een schijnrelatie, zijn sterftecijfers in ziekenhuizen. Het sterftecijfer in een academisch ziekenhuis is namelijk aanzienlijk hoger dan het sterftecijfer in een algemeen ziekenhuis. Daardoor lijkt het alsof het academische ziekenhuis slechter presteert. Maar de verklarende factor hiervoor is echter het type patiënt. In academische ziekenhuizen liggen patiënten die moeilijker te behandelen zijn dan patiënten in algemene ziekenhuizen. Hier lees je meer over het sterftecijfer als vergelijkingsmiddel.
  • Ook wordt regelmatig gedacht dat bij asielzoekers de kans op het vertonen van crimineel gedrag aanzienlijk groter is dan bij mensen die geen asielzoeker zijn.  Maar wanneer je kijkt naar opleidingsniveau en leeftijd dan wordt dit verklaard. Asielzoekers zijn relatief jong en hebben een relatief laag opleidingsniveau. Als je asielzoekers vergelijkt met even jonge niet-asielzoekers met een vergelijkbaar opleidingsniveau, is het verschil in criminaliteit verdwenen.

terug naar hoofdstuk 2 naar levensbeschouwing en vrijwilligerswerk (§2.4)