§11.1 Jongerenculturen

Door toenemende gelijkheid en welvaart ontstonden er in de loop van de 20e eeuw jongerenculturen. Ze verzetten zich tegen de dominante cultuur van de jaren ’50: ze waren een tegencultuur. Hippies wilden het taboe op naaktheid doorbreken en vonden dat er meer vrije liefde moest zijn, buiten vaste relaties om. Ze pleitten voor meer vrijheid op veel vlakken en zetten zich daarmee af tegen de heersende traditionele waarden, die ze maar ouderwets vonden.

Over de Provo’s kon je in het lesboek in §11.1 ook al lezen. Vaak organiseerden ze kleine opstandjes, die onschuldig leken. Ze protesteerden bijvoorbeeld met spandoeken zonder tekst erop, of ze deelden gratis krenten uit. Ook al leek het onschuldig, toch leidde het vaak tot ophef en arrestaties. Gezag stelde niet zoveel meer voor bij de Provo’s. Met hun witte fietsenplan wilden ze een alternatief brengen voor de vervuilende kapitalistische auto. Iedereen mocht deze fiets gebruiken, als je hem maar weer terug zette voor een ander. 

Een andere jongerencultuur in die tijd waren de Nozems, een cultuur die van 1955 tot ongeveer 1970 bestond. Zij waren te herkennen aan hun vetkuiven en leren jacks en reden vaak op een bromfiets, zoals je op de foto hiernaast ziet. Nozems luisterden vaak Rock & Roll en hingen rond, waarbij ze zich gedroegen als vandalen. Hierdoor ontstond er in de samenleving een negatieve sfeer rondom hen. Een particulier maakte als hobby een site over de Nozems, waar je nog meer over deze jongerencultuur kunt lezen.

In het filmpje hieronder hoor je meer over het ontstaan van jongerenculturen. Ook Schooltv maakte een aflevering over jeugdculturen in de jaren ’60. Dit langere filmpje (8:39 min) kun je hier vinden.

 

terug naar hoofdstuk 11naar migratie (§11.2)