§12.3 Rechten van de Tweede Kamer
De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen door Nederlanders bij de Tweede Kamerverkiezingen. Deze 150 leden hebben samen twee belangrijke taken: nieuwe wetten maken samen met de regering & de regering controleren. Daarnaast heeft de Tweede Kamer verschillende rechten, namelijk het budgetrecht, het onderzoek- en enquêterecht, het recht om moties in te dienen, het recht van amendement, het initiatiefrecht & het vragenrecht. Al deze rechten staan in de Grondwet.
- Het budgetrecht houdt in dat de Tweede Kamer de inkomsten (door belastingen) en uitgaven van het rijk mag beoordelen en daarna goed- of afkeuren. De jaarlijkse begroting is een soort wet, waaraan de Tweede Kamer aanpassingen mag maken. Ze kan sommige posten dus verhogen of verlagen.
- Door het onderzoek- en enquêterecht kan de Tweede Kamer een zaak grondig laten uitzoeken. Het woord enquête verwijst hierbij naar een parlementaire enquête, de meest grondige vorm van onderzoeken. Er komt dan een aparte commissie die getuigen onder ede kan verhoren. Een parlementaire enquête kan alleen gehouden worden als de meerderheid van de Tweede Kamer voor is.
- Tweede Kamerleden hebben het recht om moties in te dienen. Hiermee geven ze hun mening over een onderwerp. Over moties wordt altijd gestemd en daarmee is het dus iets anders dan zomaar een mening geven. Een motie kan ingediend worden als minimaal vier Tweede Kamerleden hem ondersteunen. Een speciale motie is de motie van wantrouwen, die de Tweede Kamer kan indienen om het vertrouwen in een minister of staatssecretaris op te zeggen. Wanneer deze motie wordt aangenomen moet diegene in principe ontslag nemen.
- Het recht van amendement houdt in dat de Tweede Kamer een wijziging mag voorstellen voor een deel van een wetsvoorstel van de regering. Een amendement verandert de inhoud van het wetsvoorstel niet, maar is een aanpassing in een deel ervan.
- Het initiatiefrecht, wat in het boek in 12.3 al werd genoemd, en dat is het recht van de Tweede Kamer om zelf een wet in te dienen. Dit is niet gebruikelijk, omdat het indienen van wetten oorspronkelijk de taak is van de regering maar het mag dus wel.
- Tenslotte het vragenrecht, wat betekent dat ieder lid van de Tweede Kamer een minister of staatssecretaris vragen mag stellen. De desbetreffende persoon uit de regering moet deze vragen dan beantwoorden. Tijdens het vragenuur op iedere dinsdagmiddag worden bijvoorbeeld mondelinge vragen gesteld.
terug naar hoofdstuk 12naar beïnvloeding van kiezers (§12.3)